De jeugdzorg gaat radicaal op de schop. Er komt onder meer een aanpassing van de Jeugdwet, zodat voor kinderen en ouders duidelijker wordt voor welke problemen zij hulp kunnen krijgen en voor welke niet. Ook wordt de inkoop van specialistische zorg veranderd en komt er meer capaciteit en geld beschikbaar voor met name de meest kwetsbare kinderen.

Met deze ‘fundamentele verbetering van de jeugdzorg’ is volgens staatssecretaris Maarten van Ooijen ‘een grote stap gezet’ naar snellere en betere hulp voor kinderen en gezinnen die dat nodig hebben. De druk op de jeugdzorg is groot: jongeren met complexe problemen staan vaak maanden op een wachtlijst. Lichtere vormen van jeugdhulp rijzen de pan uit: 1 op de 7 kinderen maakt gebruik van een vorm van jeugdzorg.

De veranderingen zullen niet meteen morgen merkbaar zijn. “Het is niet morgen helemaal anders, maar kinderen en ouders die hulp en zorg nodig hebben en ook alle mensen die in de jeugdzorg werken, moeten zo snel mogelijk iets gaan merken van deze fundamentele verbeteringen”, belooft Van Ooijen.

De gezamenlijke branches in de jeugdzorg zeggen in een eerste reactie positief te zijn over de gemaakte afspraken, maar tegelijkertijd grote zorgen te hebben. Ze zijn bang dat de geplande bezuinigingen de noodzakelijke inhoudelijke verbeteringen belemmeren. Zo staat in het akkoord onder meer dat intensieve hulp vaker buiten een instelling moet worden geleverd en leefgroepen moeten worden verkleind. Dat zal geld gaan kosten, zegt voorzitter van de jeugdzorgbranches Boris van der Ham.

Wil jij hier meer over weten? Volg dan een opleiding voor consulent in het sociale domein.