Vanaf 1 januari 2020 wijzigt er iets in de hulpmiddelenverstrekking: bewoners van Wlz-instellingen met en zonder behandeling krijgen hun (nieuwe) mobiliteitshulpmiddelen en roerende woonvoorzieningen niet meer uit de Wmo maar uit de Wlz. Dat heeft ook gevolgen voor het gemeentefonds. 

Voor de bewoners die al gebruik maken van een hulpmiddel via de Wmo komt een overgangsregeling. Voor cliënten die zelf de woonlasten betalen, blijven de mobiliteitshulpmiddelen en roerende woonvoorzieningen de Wmo (en dus de verantwoordelijkheid van de gemeenten) vallen.

Het gaat om de volgende mobiliteitshulpmiddelen: (elektrische) rolstoelen, aangepaste fietsen, scootmobielen, aangepaste wandelwagens/buggy’s en aangepaste autostoeltjes voor kinderen. Roerende voorzieningen zijn hulpmiddelen voor zorg en wonen die door meerdere personen gebruikt kunnen worden, zoals tilliften en douchestoelen. Deze voorzieningen worden onderdeel van de inventaris van zorginstellingen.

Overheveling van budget
De overheveling van taken gaat gepaard met een (gefaseerde) overheveling van budget van het gemeentefonds naar de Wlz.

https://vng.nl/onderwerpenindex/maatschappelijke-ondersteuning/maatwerkvoorzieningen-wmo/nieuws/van-wmo-naar-wlz-wijziging-in-verstrekking-hulpmiddelen

Wanneer valt een voorziening nu onder de Wmo en wanneer onder de Wlz? Dankzij de gemeente Raalte kunnen we hiervan jaarlijks een handig en actueel overzicht publiceren. Het overzicht voor 2020 is nu beschikbaar.