Hier moest ik aan denken, aan de titel van een boek van Louis Couperus. Heel toepasselijk voor de situatie van onze buren in de haven. Ze houden heel erg van hun zeilboot en kunnen die maar moeilijk loslaten. Maar het gaat echt niet meer. Varen doen ze niet meer. Ze rommelen nog wat rond op hun boot, doen een beetje onderhoud en lezen en koken wat. Ik denk dat ze allebei rond de 90 zijn. Zij heeft nog een prachtig jong gezicht. Allebei lopen ze ontzettend moeilijk. We houden ons hart vast als ze over de steiger lopen, hij met een stok en zij met een rollator. Tot voor kort zag de van oorsprong witte boot helemaal groen van de algen en lag de boot met de punt naar de steiger. Over het hek van die punt klommen ze met heel veel moeite aan boord, met een emmer water of een tas met boodschappen. Ook dan hielden we ons hart vast en stonden we klaar om een van de twee op te vangen als die te water dreigde te raken.

Een paar aardige buurmannen van de steiger hebben ingegrepen. Zij hebben de boot helemaal schoongemaakt, die is nu weer zoveel mogelijk wit. De boot hebben ze omgedraaid, zodat het echtpaar via de zwemtrap als een soort bruggetje van de steiger aan boord kan komen. Met pijn in het hart heeft het stel de boot te koop gezet “T.E.A.B.” ofwel Tegen Elk Aannemelijk Bod. Veel zullen ze er niet meer voor krijgen denken we.

Ze willen graag helemaal zelfredzaam blijven. Ze komen met de auto helemaal uit Drenthe naar Enkhuizen, we maken ons ook zorgen hoe dat gaat over de snelweg. Zij loopt met haar rollator, heel langzaam en voetje voor voetje, over anderhalve kilometer naar het centrum van Enkhuizen om boodschappen te doen. Ze wil het per se zelf doen. Eigenlijk best wel stoer vinden we. En we begrijpen dat de acceptatie van wat eigenlijk niet meer kan heel moeilijk is.