Per 1 mei 2019 kan de SVB een symbolisch bedrag per maand of een tegemoetkoming voor onkosten uitbetalen aan personen die hulp vanuit het sociaal netwerk verlenen aan een pgb-houder.

Beleidsvrijheid gemeenten

Gemeenten kunnen zelf beslissen of ze de vergoedingsregeling inzetten. De gemeente is hier dus niet toe verplicht. Als de gemeente besluit de regeling wel over te nemen, dan is er vervolgens de keuze om één of beide maatregelen over te nemen. De gemeente kan er dus voor kiezen om alleen de vaste tegemoetkoming van maximaal € 141,- per maand of de onkostenvergoeding te verstrekken of beide instrumenten in te zetten. Gemeenten moeten in hun beleid en de beschikking bepalen of en onder welke voorwaarden de tegemoetkomingen betaald kunnen worden.   

Ondersteuning zonder arbeidsrechtelijke dienstbetrekking

Verder is verduidelijkt dat de regeling bedoeld is voor ondersteuning die zonder arbeidsrechtelijke dienstbetrekking wordt verleend. Eerder werd gesproken over ‘op onverplichte basis verleende ondersteuning’. Maar de hulp moet dus wel plaatsvinden als activiteit waarvoor het pgb is verleend. In de toelichting op de gewijzigde regeling wordt als voorbeeld een familielid genoemd, die voor een klein bedrag (onder het minimumloon) dagbesteding kan verzorgen. Is sprake van hulp waarvoor wel een overeenkomst wordt gesloten, dan is de Wet minimumloon en vakantiebijslag (Wml) van toepassing. In dat geval moet het pgb dus toereikend zijn om tenminste het wettelijke minimumloon en vakantiegeld te betalen.

Volgens Schulinck zitten er nog wel wat onduidelijkheden in de nieuwe regeling. Klik op deze link.