Na huishoudelijke hulp moet ook individuele begeleiding binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in uren worden toegekend en niet op basis van ‘resultaat’. Dat bepaalde de rechter eind mei in een uitspraak die opnieuw gemeenten voor vragen stelt.

De lokale overheden kloppen hierover aan bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Ze willen weten of het lokale Wmo-beleid voor begeleiding of huishoudelijke hulp nu op de schop moet. ‘Zij vragen zich ook af wat deze uitspraak betekent voor nieuwe aanbestedingen. ’Antwoorden daarop heeft het verenigingsbestuur niet direct paraat. ‘De VNG heeft kennisgenomen van de uitspraak en onderzoekt de consequenties ervan. We zullen hierover nader berichten.’

Begeleiding hetzelfde
De Centrale Raad van Beroep borduurt in de uitspraak voort op de zaak die eerder speelde over huishoudelijke hulp. In die geruchtmakende casus binnen gemeenteland, bepaalde de rechter dat indiceren op basis van ‘resultaat’ (bijvoorbeeld: een schoon huis) niet was toegestaan. Dat zou namelijk leiden tot onzekerheid bij cliënten en daardoor een schending van de rechtszekerheid. In de laatste uitspraak werd simpelweg verwezen naar die eerdere zaak: ‘Hoewel deze rechtspraak ziet op huishoudelijke ondersteuning, valt niet in te zien dat dit voor begeleiding anders zou zijn.’

Niet te controleren
De gemeente Weert die eind vorige maand het deksel op de neus kreeg, werd in deze zaak eerder al door de rechtbank al in het ongelijk gesteld. Deze merkte over het resultaatgerichte indiceren op: ‘In het gehanteerde systeem wordt de cliënt ingedeeld in een bepaald profiel, op basis waarvan de zorgaanbieder een budget ontvangt waarmee deze geacht wordt de gewenste resultaten te kunnen behalen. De zorgaanbieder bepaalt zelf hoeveel tijd hij inzet. De juistheid, volledigheid en passendheid van de verstrekte maatwerkvoorziening is daarmee niet te controleren.’

‘Aan de bak’
Advocaat Tim Robbe betoogde in 2018 op deze site dat gemeenten aan de bak moesten naar aanleiding van de uitspraak destijds. De gevolgen waren verstrekkend, maakte hij duidelijk. ‘Niet alleen voor de manier waarop gemeenten in het sociaal domein indiceren, maar ook voor de manier waarop zij inkopen.’

Meer informatie vind je hier.