Vanaf de start van de WWZ Academie, eind 2014, hebben wij de module Creatief Denken van vier lessen opgenomen in al onze opleidingen. Waarom? Het nieuwe sociaal domein, dat op 1 januari 2015 van start ging met de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet, gaat uit van een holistisch mensbeeld, met de zorgvrager in samenhang met zijn of haar hele omgeving. Dat betekent dat je verder moet kijken dan alleen de wetgeving en waar iemand recht op heeft. Dat je aan mensen moet vragen: Waar wordt u nou eigenlijk gelukkig van? En dan goed luistert, want dan pas kun je zorgen voor een echte passende bijdrage.

Onze docente Britta Lassen heeft de module Creatief Denken gemaakt en behandelt de stappen van creatief denken tijdens de live praktijkdagen. De essentie daarvan is dat je heel goed luistert naar jouw cliënt, want niet luisteren doet letterlijk de deur dicht. 

Niet luisteren doet de deur dicht
‘Vorige week was een mevrouw van de gemeente hier op bezoek. Ik maak me er nog boos over’, vertelt Annie (86). Ik kijk haar verbaasd aan. ‘Ze wilde controleren hoe het zat met mijn eenzaamheid’, verduidelijkt ze met een norse blik. ‘Ze was nog maar nauwelijks binnen toen ze me vroeg of ik me wel kon redden met mijn ernstige handicap. Ik was verbluft en vroeg of ik dan een ernstige handicap had. Ja, dat vond die mevrouw wel, een heel ernstige handicap. Ik moest echt even slikken. Vervolgens vroeg ze of ik misschien ook eenzaam was. Eenzaam, ik? Ik gaf antwoord, maar ze luisterde niet. Ze stelde alleen maar vragen en maakte aantekeningen.’

Aansluiting gemist
‘Toen daagde het mij ineens’, vertelt Annie verder. ‘Mevrouw wilde helemaal niet echt weten hoe het met mij gaat. Ik heb gelezen dat de gemeente de verzorgingshuizen weer wil openstellen. Ze zocht natuurlijk mensen die daarheen kunnen.’ Annie’s blik is nu een haast wanhopig. ‘Gelukkig kon ik me snel hervatten. Ik vroeg aan mevrouw of ze me kon vertellen welke voordelen het wonen in een verzorgingshuis voor mij heeft. Gezelschap, was haar antwoord. En hulp in de buurt als ik zou vallen. Blijkbaar had ze de alarmmelder om mijn pols nog niet gezien, dus die hield ik triomfantelijk omhoog. Er zit zelfs politiealarm op, liet ik haar weten. Nou, daar had ze niet van terug!’

Aangeprate eenzaamheid
Annie leunt achterover in haar stoel en ontspant een beetje. ‘En, hoe ging het verder?’ wil ik weten. Ze vervolgt haar verhaal. ‘Vlak voordat mevrouw wegging, vroeg ik of ik mocht zien wat ze over mij had opgeschreven. Dat kon echt niet, zei ze verrast. Haar aantekeningen waren voor de gemeente. Ik informeerde of ze me dan kon vertellen waar de gemeente mee bezig was. Dat kon ze: de gemeente onderzocht hoe ouderen omgaan met eenzaamheid. Ik wilde haast roepen dat ik helemaal niet eenzaam ben. Maar ik hield me in. Ik vond het niet de moeite waard dat nog een keer uit te leggen.’
Het is even stil in Annie’s woonkamer. Ze kijkt me strak aan als ze dan zegt: ‘Ik begrijp echt niet waar de gemeente mee bezig is. Eerst moet ik thuis blijven wonen en nu praten ze me eenzaamheid aan zodat ik het verzorgingshuis inga.’

Hou de deur open
Op weg naar huis bedenk ik hoe anders dit gesprek was gelopen als de medewerker van de gemeente echt geluisterd had. Zonder aannames en oordeel. Met oprechte interesse in hoe het met Annie gaat. Misschien had ze dan gehoord dat er dagelijks iemand uit Annies sociale netwerk langskomt. Dat haar kinderen er afwisselend elk weekend zijn om te helpen. Dat Annie twee keer per week naar de eetsoos gaat en elke donderdag wordt opgehaald om te kaarten. Dat ze natuurlijk niet blij was met de amputatie van haar rechterbeen, maar dat ze zich met alle aanpassingen in huis prima redt. En ja, net als iedereen die alleen woont, voelt ze zich af en toe alleen. Maar nee, eenzaam is Annie niet.

Dit alles weet de mevrouw van de gemeente niet. Het is de vraag of ze het überhaupt wilde weten. Het effect van haar houding is in ieder geval dat Annie de gemeente liever niet meer binnenlaat. Maar of die mevrouw zich daar bewust van is?