Het afgelopen weekend was het weer warm in Nederland. Dus gingen we met onze boot op weg over het IJsselmeer. Vanwege de windrichting werd het Lelystad. Altijd de Bataviahaven, je waant je daar in St. Tropez qua sfeer. We gaan daar het liefst eten bij By Lemonakis, een lekker chaotisch echt Grieks restaurant met een grote dikke echte Griekse eigenaar die heerlijk kookt. Dit weekend reserveerden we daar dus weer. Die avond was het daar niet echt gezellig om te eten, zo bleek.

We bestelden de heerlijke trio salata met tarama, tzatziki en een auberginesalade. Terwijl we wachtten op ons voorgerecht ging er naast ons een echtpaar met een meisje van een jaar of negen zitten. Duidelijk opa en oma met kleinkind. Opa, een grote vierkante man. Politieagent, zo bleek uit het telefoongesprek dat hij even later voerde. Oma schoof met haar stoel iets van de tafel af en ging direct Whatsappen met haar dochter, de moeder van het meisje zo bleek uit het gesprek. Het meisje zelf zette direct haar roze mobiel aan en ging ook appen en Facebooken. Het gesprek tussen hen voelde voor mij steeds irritanter, het meisje lag constant onder vuur. Opa keek steeds mee op haar telefoon en maakte daar vervelende opmerkingen over.

Het bleek dat hij de volgende dag moest werken. Oma zei daarom tegen haar kleindochter, die Lynn bleek te heten: “Dan kunnen wij mooi samen naar de markt”. “Kunnen we dan ook even naar Intertoys?” vroeg het meisje. “Waarom?” “Omdat ik daar een nieuw computerspel wil kopen over de poppen”. Oma reageerde wat geïrriteerd: “Daar hoeven we toch niet voor naar Intertoys? Dat kunnen we ook via internet bestellen”. Het meisje zuchtte teleurgesteld. Natuurlijk wil dat kind lekker struinen bij Intertoys, bedacht ik.

Oma: “Ik geloof dat mama boos op je is. Ze zegt niet waarom. Wil jij vertellen waarom?” Lynn keek even op van haar telefoon: “Ik weet het niet”. “Nou mama zegt dat ze nog iets met je moet oplossen”. Het meisje reageerde niet en ging door met Facebooken. “Ik weet het ook niet”, zei opa. Even later toch: “Ik weet wel waarom mama boos op je is, maar dat zeg ik niet”. En zo ging het gesprek maar door, het meisje kroop helemaal in haar telefoon en reageerde niet. Oma ging door met appen met haar dochter en had het constant over wat haar moeder over Lynn zei. Of haar telefoon wel uit stond om acht uur. Nee dus. Het meisjes bleef bezig met haar roze telefoon.

Het eten kwam op tafel, het werd even rustig. Toen de serveerster weer weg was begon opa opnieuw en herhaalde steeds: “Ik weet wel waarom mama boos op je is, weet jij het nu ook?”

“O nee hè”, verzuchtte ik tegen mijn man toen opa weer begon met vervelend doen. Het verpestte ook mijn maaltijd. Mijn man knikte begripvol, wist wat ik bedoelde. Uiteindelijk bleek het om een vis te gaan. Lynn wilde graag een vis. “Ik snap wel dat papa en mama dat niet willen”, zei oma. “Een vis moet je verzorgen, iedere week eten geven en de kom schoonmaken. Veel te veel werk en dat doe je toch niet. Waarom praat je het niet uit met mama? Je bent bijdehand genoeg. Je bent net zo koppig als je moeder”. En zo ging het maar door.

Toen we wegliepen uit het restaurant hebben mijn man en ik even uitgeraasd tegen elkaar. Je moet je toch veilig kunnen voelen bij opa en oma? Dit was regelrechte geestelijke mishandeling van het arme kind. Ik had echt de neiging om er wat van te zeggen (mijn man was echt bang dat ik dat zou doen), maar dan was het waarschijnlijk een restaurant vol herrie geworden. Maar was dat erg geweest? Moet je zoiets aangeven bij Veilig Thuis? Ik vind dat echt een punt hoor. Fysieke kindermishandeling is duidelijk en dan kun je er op dat moment wat aan doen en de politie bellen. Geestelijke mishandeling is lastiger, daar zal de politie niet snel op reageren, veel te vaag. Ik hoop dat Lynn zich bij haar moeder wel veilig voelt, al houd ik mijn hart vast gezien het appgedrag tussen oma en moeder. Waarschijnlijk weet moeder niet beter en hebben haar ouders haar ook zo behandeld. Ik vind het zo lastig om hier als buitenstaander wat aan te doen, ook al wil je zo graag zo’n kind helpen uit de situatie.

Heb jij weleens zoiets meegemaakt? En wat heb je toen gedaan? Of wist je het ook niet?