De oorspronkelijke gemeente waar een kind of jongere vandaan komt, is vanaf 2021 verantwoordelijk voor de financiering van jeugdhulp. De Tweede Kamer heeft op 28 januari ingestemd met deze wijzing van het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet.

Nu nog is de woonplaats van ouders met gezag bepalend voor de financiering van jeugdhulp. Daardoor moeten jeugdhulpinstellingen eerst uitzoeken wie het gezag heeft voordat ze een rekening kunnen indienen. Soms is ook moeilijk te achterhalen wat de woonplaats is van die ouder. Wanneer een kind onder voogdij staat, is de gemeente waar de voogdijinstelling gevestigd is verantwoordelijk voor de financiering. Dat is een probleem voor gemeenten met grote jeugdhulpinstellingen binnen hun grenzen.

In het aangepaste woonplaatsbeginsel is de woonplaats van het kind volgens de Basisregistratie Personen bepalend voor de financiering. Verblijft het kind in een instelling, dan is de oorspronkelijke gemeente waar het kind woonde verantwoordelijk. Gemeenten zijn verplicht mee te werken aan het bepalen van de oorspronkelijke woonplaats.

Het woonplaatsbeginsel aanpassen vraagt nog het nodige aan acties

  1. Wetswijziging, de aanpassing van de Jeugdwet , die per 1 januari 2021 ingaat, is inmiddels goedgekeurd door de tweede en de eerste kamer.
  2. Aanpassing van het verdeelmodel; het budget voor voogdij en 18+ hulp wordt anders verdeeld.
  3. Implementatie van administratieve processen.
  4. Het ontwikkelen van een tool waarmee gemeenten gemakkelijk en automatisch de verantwoordelijke gemeente kan vaststellen.

Lees meer over de start implementatie nieuw woonplaatsbeginsel jeugdwet op de website van de VNG.