Ik loop al meer dan 25 jaar mee in het veld van zorg en welzijn en daarmee heb ik vele stelselwijzigingen voorbij zien komen. De Wvg, de Wmo, de Jeugdwet, de Participatiewet en de zo’n beetje jaarlijkse veranderingen in regelgeving tussendoor. Deze heb ik allemaal beschreven in mijn boek Gezond Verstand in het Sociale Domein. Mijn conclusie is dat voor de inwoners van Nederland alle stelselwijzigingen weinig verbeteringen hebben gebracht voor de situatie van zorgvragers en mantelzorgers, ook in de jeugdhulp.

Helaas bevestigt onderzoeker en adviseur Sharon Stellaard dit met de conclusies van haar promotie-onderzoek“Een halve eeuw sturen op de transformatie van specialistische onderwijs en jeugdhulpvoorzieningen; een onderzoek naar (paradoxale) uitkomsten van beleid”. Zij concludeert dat het nieuwe werken geen kans maakt, omdat oude patronen zijn ingesleten en steeds worden herhaald: ‘Het “oude werken” wordt door het systeem automatisch versterkt. Het nieuwe werken komt er amper tussen.’ De bedoeling van de Jeugdwet en de Wet Passend Onderwijs in 2015 was dat zorg dichterbij de gezinnen en jeugdigen zou worden geboden, meer op maat en met minder medicalisering. Het tegendeel is in de afgelopen vijf jaar gebeurd, ondanks alle goede bedoelingen: Er wordt nu juist meer specialistische hulp geboden en er zijn meer thuiszitters. Nog steeds wordt gewerkt met DSM diagnoses voordat hulp wordt ingezet.

De bedoeling was ook dat er meer integraal zou worden samengewerkt met verschillende disciplines, breder dan jeugdhulp. Zo is bijvoorbeeld schuldhulpverlening vaak nodig bij multiprobleemgezinnen. Echter de samenwerking blijkt te worden gehinderd door cultuurverschillen, verschillen in geografische regio’s tussen samenwerkingsverbanden voor primair en secundair onderwijs en gemeenten en diep ingesleten paden in de hulpverlening vanuit de oude jeugdzorg die maar niet veranderd lijken te kunnen worden. Medewerkers willen wel, maar voelen zich met handen en voeten gebonden aan regels en beleid. Zij kunnen of durven niet de grenzen op te zoeken. Het is duidelijk dat er, net als in de Wmo en de Participatiewet, in de jeugdhulp nog een flinke cultuurverandering nodig is om uit de diepe oude paden te komen en de richting van die paden te veranderen. Zoals Jan Rotmans in zijn boek Omwenteling beschrijft, duurt een cultuurverandering minstens 10 jaar. Ik roep het ministerie van VWS dan ook op om de beoogde stelselwijziging niet door te voeren, maar het huidige systeem te laten rijpen. Zoals ik reeds eerder betoogde lost een stelstelwijziging niets op voor de mensen om wie het immers allemaal gaat.

Net als Sharon heb ik mijn boek Gezond Verstand in het Sociale Domein geschreven vanuit historisch perspectief om inzicht te geven in hoe het zo gekomen is. Volgens mij is het wel mogelijk om anders te werken. De bestaande wetgeving biedt voldoende ruimte. Vraag gewoon aan gezinnen en jeugdigen wat concreet hun probleem is dat hen het meest belemmert en handel daarnaar, vanuit hun leefwereld, met je eigen gezonde verstand. Doe wat goed is en kijk dan pas of dat in enige regel past. Zo niet, zoek dan de ruimte en ga zonodig met beleidsmakers in gesprek. Het belangrijkste is dat je klant gelukkig wordt en verder kan.