Er zijn allerlei redenen waarom de samenwerking tussen het sociaal domein en de ggz niet vanzelfsprekend is. Bijvoorbeeld andere vormen van financiering, andere regels en verantwoordelijkheden en issues rond privacy. Maar de mensen om wie het gaat, de cliënten, zijn één. Voor hen is het van belang dat we wél echt gaan samenwerken. En die verandering kunnen we morgen al inzetten.

Heel veel cliënten en patiënten hebben te maken met zowel psychische als sociale problemen. Om hen echt goed te helpen, moeten het sociaal domein en de ggz dus samenwerken. Dat gebeurt echt nog te weinig. Het zit nog niet in het systeem en is geen basisprincipe.

Waarom dat zo is, daar zijn volgens de psychiater en hoogleraar Mulder allerlei redenen voor te benoemen. De samenwerking kan echter direct verbeteren als de professional de professionele vrijheid en verantwoordelijkheid gebruikt om te doen wat goed is. De zuilen en de schotten die er nu zijn, en die een samenwerking misschien bemoeilijken, hebben we zelf in het leven geroepen en kunnen we dus ook zelf weer laten wegvallen. Dat kan op verschillende niveaus. Voor de bovenste twee niveaus, regionale samenwerking en landelijke akkoorden, is tijd nodig. Maar het eerste niveau, dat van de cliënt, is een niveau waar we met elkaar morgen al het schot kunnen laten vallen. Je kunt morgen al de samenwerking zoeken met een collega uit de ggz om zo samen je patiënt of cliënt te helpen. Het schot tussen de samenwerking van sociaal domein en ggz hoeft er op dit niveau echt niet te zijn. Dat houden we zelf in stand.

Via deze link kun je een video hierover bekijken van de psychiater en bijzonder hoogleraar Niels Mulder.